Bengaal

actief: | 10/10 |
speels: | 10/10 |
nood aan aandacht: | 9/10 |
affectie: | 8/10 |
luidruchtig: | 4/10 |
volgzaam: | 3/10 |
intelligent: | 10/10 |
onafhankelijk: | 5/10 |
gezondheid: | 7/10 |
verzorging: | 3/10 |
goed met kinderen: | 4/10 |
goed met dieren: | 4/10 |
De Bengaal is een hybride ras dat ontstaat uit een kruising van huiskatten (Felis catus) met de wilde Bengaalse tijgerkat (Prionailurus bengalensis), een kleine katachtige die in Azië voorkomt. De Bengaalse tijgerkat lijkt sterk op de huiskat maar heeft langere poten, duidelijk luipaardachtige tekeningen op de vacht en grotere ogen. Men tracht te komen tot een poes met het temperament van een huiskat en het uiterlijk van een wilde kat.
Om als een echte Bengaal beschouwd te worden moeten er minstens 3 generaties tussen de kat en zijn voorouder de Bengaalse tijgerkat zitten. De eerste generatie (F1) heeft dus de Bengaalse tijgerkat als vader of moeder. Interessant is dat de katers van generatie F1 altijd onvruchtbaar zijn. Generaties F2 en F3 zijn dus altijd vrouwtjes die worden verder gekruist met huiskatten. Ook deze generaties hebben vaak onvruchtbare katers tot gevolg. Generatie F4 kan pas een echte Bengaal zijn.
Het zal niet verwonderen dat de Bengaal eigenschappen heeft van een wilde kat. Typisch zijn de bruine of zwarte strepen, vlekken en rosetten (vlekken met ene centrale lichte zone) en de lichte of witte buik.
De Bengaal heeft een uitzonderlijk zachte en dikke geel-oranje vacht. Sommige Bengalen hebben blauwe ogen.
De vierde generatie zou het temperament moeten hebben van een huiskat, maar het is duidelijk dat het ras ook gedragseigenschappen van zijn wilde voorouder overhoudt. De Bengaal is dan ook een zeer actieve en speelse kat en zeker geen schootkat. Ze vergen weinig onderhoud en verzorging maar zijn veeleisend als het op aandacht aankomt.
Geschiedenis
Het ras ontstond in de Verenigde Staten in de jaren 1960 toen een fokker in Californië een een vrouwelijke Bengaalse tijgerkat kocht in de dierenwinkel (hetgeen toen nog legaal was). De kat kreeg het gezelschap van een huiskat en tot de verbazing van de eigenaar kwam er een nestje uit. Slechts één kitten overleefde. Kin-kin werd bevrucht door haar eigen vader en kreeg 2 kittens, waarvan 1 het temperament had van de huiskat. De eigenaar vatte het plan op om een nieuw kattenras te kweken met het temperament van een huiskat en met de typische vlekken van een wilde kat.